Nederlandse Gereformeerde Kerk Kantens

Koinonia December

Helaas, deze pagina is alleen voor leden van onze gemeente.

Ben je lid en heb je geen toegang, dan kan je dit aanvragen via: klaasplas@gmail.com

Op deze pagina helemaal onderaan

Koinonia november

Helaas, deze pagina is alleen voor leden van onze gemeente.

Ben je lid en heb je geen toegang, dan kan je dit aanvragen via: klaasplas@gmail.com

Op deze pagina helemaal onderaan

Liturgie 5 september morgendienst

Welkom

Votum + Groet

Zingen DNP 42:1 en 3

  1. Als een uitgeputte hinde
    die naar stromend water smacht,
    zo verlang ik U te vinden,
    God, mijn levensbron, mijn kracht.
    Ik heb dorst, mijn hart lijdt pijn:
    Wanneer zal ik bij Hem zijn?
    Wanneer zal ik Hem ontmoeten,
    zal zijn glimlach mij begroeten?
  2. Waarom, ziel, zo aangeslagen?
    Waarom boordevol verdriet?
    Hoop op God en laat je dragen.
    Hij vergeet je zeker niet.
    Want de dag komt – heb geduld! –
    dat je Hem aanbidden zult.
    Straks zal ik zijn naam belijden:
    Hij zal mij opnieuw bevrijden.

Wet zingen:
Ken je Gods gebod, woorden een tot tien?
God laat zo Zijn wil voor heel ons leven zien!
Al die woorden zijn er, ook voor jou en mij.
Leven zoals God wil, dat maakt je vrij!

Een, dat is de Heer, niemand is als God.
In zijn Vaderhand ligt heel ons levenslot.
Twee: maak dan geen beelden, Hij is altijd meer.
Dien geen and’re goden, dan God de Heer.

Drie, dat is de naam van de hoge God.
Hij vraagt ook aan jou, dat jij niet met Hem spot.
Vier, dat is de rustdag, dag van onze Heer.
Elke dag een feestdag, vandaag ook weer.

Vijfde woord van God: blijf je ouders trouw.
Denk aan wat ze deden in hun zorg voor jou.
Zes: je moet niet haten, dat brengt veel verdriet.
Schelden, slaan en schoppen, dat helpt je niet.

Zeven is Gods woord, ja probeer het maar:
dwars door dik en dun toch trouw zijn aan elkaar.
Acht: je mag niet stelen, wat van and’ren is.
Als je toch iets meepikt, dan gaat het mis.

Negen: spreek geen kwaad en maak niemand zwart.
zeg alleen de waarheid, houd een zuiver hart.
Tien: wees niet jaloers op wat een ander heeft.
Je wordt zielsgelukkig als jij zo leeft!

Gods zegen vragen over deze dienst

Zingen: Gezang 174:1
Zo vriendelijk en veilig als het licht,
zo als een mantel om mij heen geslagen
zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht,
ik roep zijn naam, bestorm Hem met mijn
vragen, dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt.
Wil mij behoeden en op handen dragen.

Lezen: Handelingen 10:1-20
De doop van Cornelius
1 Een van de inwoners van Caesarea was een centurio van de Italiaanse cohort, die Cornelius heette. 2 Hij was een vroom man die, net als zijn huisgenoten, God vereerde. Hij gaf rijkelijk aalmoezen aan het volk en bad veelvuldig tot God. 3 Op een dag kreeg hij omstreeks het negende uur een visioen, waarin hij duidelijk zag hoe een engel van God zijn huis binnenkwam. Hij hoorde hem zeggen: ‘Cornelius!’ 4 Hij staarde de engel verschrikt aan en vroeg: ‘Wat is er, heer?’ De engel antwoordde: ‘Je gebeden en aalmoezen zijn door God als offer aanvaard. 5 Stuur daarom een paar van je mannen naar Joppe om Simon te halen, die ook wel Petrus wordt genoemd. 6 Hij verblijft bij een leerlooier die eveneens Simon heet en in een huis aan zee woont.’ 7 Toen de engel die met hem had gesproken was weggegaan, liet Cornelius twee dienaren bij zich komen en een vrome soldaat uit zijn gevolg. 8 Nadat hij had uitgelegd waar het om ging, stuurde hij hen naar Joppe. 9 De volgende dag, nog voordat de afgezanten van Cornelius in Joppe waren aangekomen, ging Petrus omstreeks het middaguur naar het dak van het huis om daar te bidden. 10 Maar hij kreeg honger en wilde iets eten. Terwijl er eten voor hem werd klaargemaakt, werd hij gegrepen door een visioen. 11 Hij zag hoe vanuit de geopende hemel een voorwerp dat op een groot linnen kleed leek aan vier punten op de aarde werd neergelaten. 12 Op het kleed bevonden zich alle lopende en kruipende dieren van de aarde en alle vogels van de hemel. 13 Hij hoorde een stem zeggen: ‘Ga je gang, Petrus, slacht en eet.’ 14 Maar Petrus antwoordde: ‘Nee, Heer, in geen geval, want ik heb nog nooit iets gegeten dat verwerpelijk of onrein is.’ 15 En voor de tweede maal hoorde hij de stem: ‘Wat God rein heeft verklaard, zul jij niet als verwerpelijk beschouwen.’ 16 Tot driemaal toe hoorde hij de stem, en direct daarna werd het voorwerp weer in de hemel opgenomen. 17 Petrus vroeg zich verbijsterd af wat de betekenis kon zijn van het visioen dat hij had gezien. Juist op dat moment arriveerden de afgezanten van Cornelius bij de poort, nadat ze overal navraag hadden gedaan naar het huis van Simon. 18 Ze trokken door geroep de aandacht van de bewoners en vroegen of Simon Petrus in dit huis verbleef. 19 Terwijl Petrus nog nadacht over het visioen, zei de Geest tegen hem: ‘Er zijn hier drie mannen die naar je op zoek zijn. 20 Ga meteen naar beneden en ga zonder aarzelen met hen mee, want ik heb hen gezonden.’

Kids moment / Inleiding Preek

Lied Klimop: Samuel – Elly en Rickert
Samuël

Hanna had geen zoon
Maar ze bad tot God
Die heeft haar beloond
Want hij zag haar lot
Ze bracht hem naar de tempel
En zei daar tegen hem:
Eli wordt je baas (meester)
Luister naar zijn stem

Samuël, Samuël
Je wordt zijn knecht
Doe wat Hij zegt
Samuël

Midden in de nacht
Toen Samuël sliep
Hoorde hij heel zacht
Een stem die hem riep
Hij ging gauw naar Eli
Maar die vertelde hem:
Doe wat hij je vraagt
Want het is Gods stem

Samuël, Samuël
God roept je echt
Doe wat hij zegt
Samuël

Samuël werd groot
En hij werd profeet
God zei: Ga naar Saul
En dat is wat hij deed
Hij kroonde hem tot koning
De mensen eerden hem
En daarna koos hij David
Want dat zei Gods stem

Samuël, Samuël
God roept hem echt
Tot koning-knecht
Samuël

Tekst: Handelingen 10:29
29 Daarom heb ik me niet verzet toen ik naar u toe werd gestuurd.

Preek

Zingen gezang 161: 1 en 4
Heer, U bent mijn leven de grond waarop ik sta
Heer, U bent mijn weg de waarheid die mij leidt
U woord is het pad de weg waarop ik ga
Zolang U mijn adem geeft, zolang als ik besta
Ik zal niet meer vrezen, want U bent bij mij
Heer, ik bid U, blijf mij nabij

Vader van het leven, ik geloof in U
Jezus de Verlosser, wij hopen steeds op U
Kom hier in ons midden, Geest van liefde en kracht
U die via duizend wegen ons hier samen bracht
En op duizend wegen, zendt U ons weer uit
Om het zaad te zijn van Gods rijk

Dankgebed

Collecte Buitendiensten

Zingen – Genade zo oneindig groot
Genade, zo oneindig groot
dat ik, die ’t niet verdien
het leven vond, want ik was dood
en blind, maar nu kan ‘k zien

Want Jezus droeg mijn zondelast
en tranen aan het kruis.
Hij houdt mij door genade vast
en brengt mij veilig thuis.

Als ik daar in zijn heerlijkheid
mag stralen als de zon
dan prijs ik Hem in eeuwigheid
dat ik genade vond

Zegen

Zondagmorgen 22 augustus

Komende zondagmorgen het derde deel van de serie over Petrus.
Daarin komt de bekeringsgeschiedenis van Petrus aan de orde.
U kunt er vast wat over lezen:
Het contact tussen Jezus en Petrus direct nadat Petrus de Here Jezus verloochende
Lucas 22:60-62
Het grote verschil tussen 2 mensen die spijt hadden:
Matth 26:69-75
Matth 27:1-10

Liturgie 15 augustus

Afkondigingen

Votum en Zegengroet

Psalm 127:1 en 2
Wanneer de HEER het huis niet bouwt,
is, alle metselwerk ten spijt,
de opbouw niets dan ijdelheid.
Wanneer de HEER de wacht niet houdt,
geen wachter, die de vijand keert,
geen stadsmuur die zijn aanval weert.

Voor dag en dauw reeds op te staan
en op te zijn tot ‘s avonds laat,
hard werken voor slechts weinig baat
en schamel brood, ‘t is niets dan waan.
Hij geeft het immers wie Hij mint,
als in de slaap, als aan een kind.

Wil van God

GKB Gezang 156
Heer, ik kom tot U,
Hoor naar mijn gebed.
Vergeef mijn zonden nu,
En reinig mijn hart.

Met uw liefde, Heer,
Kom mij tegemoet,
Nu ik mij tot U keer,
En maak alles goed.

Zie mij voor U staan,
Zondig en onrein.
O, Jezus raak mij aan,
Van U wil ik zijn.

Jezus op uw woord,
Vestig ik mijn hoop.
U leeft en U verhoort
Mijn bede tot U

Gebed voor de opening van het Woord

Prediker 1
1 Hier volgen de woorden van Prediker, zoon van David en koning in Jeruzalem.
Lucht en leegte 2 Lucht en leegte, zegt Prediker,
lucht en leegte, alles is leegte.
3 Welk voordeel heeft de mens van alles wat hij heeft verworven,
al zijn moeizaam gezwoeg onder de zon?
4 Generaties gaan, generaties komen,
maar de aarde blijft altijd bestaan.
5 De zon komt op, de zon gaat onder,
en altijd snelt ze naar de plaats waar ze weer op zal gaan.
6 De wind waait naar het zuiden,
dan draait hij naar het noorden.
Hij draait en waait en draait,
en al draaiend waait de wind weer terug.
7 Alle rivieren stromen naar de zee,
toch raakt de zee niet vol.
De rivieren keren om,
ze gaan weer naar de plaats van waar ze komen,
en beginnen weer opnieuw te stromen.
8 Alles is vermoeiend,
zozeer dat er geen woorden voor te vinden zijn.
De ogen van een mens kijken, en vinden geen rust,
zijn oren horen, en ze blijven horen.
9 Wat er was, zal er altijd weer zijn,
wat er is gedaan, zal altijd weer worden gedaan.
Er is niets nieuws onder de zon.
10 Wanneer men van iets zegt: ‘Kijk, iets nieuws,’
dan is het altijd iets dat er sinds lang vervlogen tijden is geweest.
11 De vroegere generaties zijn vergeten,
en ook de komende zullen weer worden vergeten.
Onderzoek naar wijsheid en dwaasheid
12 Ik, Prediker, was koning van Israël in Jeruzalem. 13 Ik heb met heel mijn hart elke vorm van wijsheid onderzocht, want ik wilde alles wat onder de hemel gebeurt doorgronden. Het is een trieste bezigheid. Een kwelling is het, die de mens door God wordt opgelegd. 14 Ik heb alles gezien wat onder de zon gebeurt, en vastgesteld dat het niet meer is dan lucht en najagen van wind. 15 Wat krom is kan niet recht worden gemaakt, en wat ontbreekt kan niet worden meegeteld. 16 Ik zei tegen mezelf: Ik heb meer en groter wijsheid verworven dan iedereen die voor mij in Jeruzalem heeft geregeerd. Ik heb veel wijsheid en kennis opgedaan. 17 Ik heb me er met hart en ziel voor ingespannen te ontdekken wat wijs is, en wat dwaas en onverstandig is. Maar ook dat, zo heb ik ingezien, is enkel najagen van wind. 18 Want wie veel wijsheid heeft, heeft veel verdriet. En wie kennis vermeerdert, vermeerdert smart.

Psalm 90:5, 6
Heer, onze daden en hun loze gronden
zijn voor uw aanschijn niets dan schuld en zonde.
Al wat wij heimlijk in ons hart omdragen
doorlicht uw heiligheid – en wij versagen,
want uw gerechte toorn verslindt de tijd,
zodat ons leven als een zucht verglijdt.

Zeventig, tachtig jaren mensenleven,
is dat, o Heer, om hoog van op te geven?
‘t Is moeite en verdriet. Och mocht het wezen
dat wij U kenden naar Gij zijt te vrezen.
Leer Gij ons zo te leven, dag voor dag,
dat in ons hart de wijsheid wonen mag

Tekst: Pred 1: 2 en 8a
2 Lucht en leegte, zegt Prediker, lucht en leegte, alles is leegte. Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam.
8 Alles is vermoeiend, zozeer dat er geen woorden voor te vinden zijn.

Verkondiging

Opwekking 575
Jezus alleen, ik bouw op Hem
Hij is mijn hoop, mijn lied, mijn kracht
Door stormen heen hoor ik zijn stem
dwars door het duister van de nacht

Zijn woord van liefde dat mij sust
verdrijft mijn angst; nu vind ik rust
Mijn vaste grond, mijn fundament
dankzij zijn liefde leef ik nu/trp

Jezus alleen werd mens als wij
klein als een kind, in kwetsbaarheid
Oneindig veel hield Hij van mij
leed om mijn ongerechtigheid

En door zijn offer werd ik vrij
Hij droeg mijn straf, Hij stierf voor mij
ontnam de dood zijn heerschappij
dankzij zijn sterven leef ik nu

Geen levensangst, geen stervensnood
dat is de kracht, waar ik in sta
Van eerste stap tot aan de dood
leidt Hij de weg waarop ik ga

Geen duivels plan of aards bestaan
kan mij ooit roven uit zijn hand
Als Hij verschijnt, roept Hij mijn naam
in die verwachting houd ik stand

In Hem alleen, in Hem alleen

Dank Gebed – voorbede

Collecte

GKB Gezang 160
Groot is uw trouw, o Heer,
Mijn God en Vader.
Er is geen schaduw van omkeer bij U.
Ben ik ontrouw, Gij blijft immer Dezelfde
Die Gij steeds waart,
Dat bewijst Gij ook nu.

Groot is uw trouw, o Heer,
Mijn God en Vader.
Er is geen schaduw van omkeer bij U.
Ben ik ontrouw, Gij blijft immer Dezelfde
Die Gij steeds waart,
Dat bewijst Gij ook nu.

Groot is uw trouw, o Heer,
Groot is uw trouw, o Heer,
Iedere morgen aan mij weer betoond.
Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven.
Groot is uw trouw, o Heer,
Aan mij betoond.

Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden,
En uw nabijheid, die sterkt en die leidt:
Kracht voor vandaag,
Blijde hoop voor de toekomst.
Gij geeft het leven tot in eeuwigheid.

Groot is uw trouw, o Heer,
Groot is uw trouw, o Heer,
Iedere morgen aan mij weer betoond.
Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven.
Groot is uw trouw, o Heer,
Groot is uw trouw, o Heer,
Groot is uw trouw, o Heer,
Aan mij betoond

Zegen

Nederlandse Gereformeerde Kerk Kantens