Afkondigingen
Votum en Zegengroet
Psalm 127:1 en 2
Wanneer de HEER het huis niet bouwt,
is, alle metselwerk ten spijt,
de opbouw niets dan ijdelheid.
Wanneer de HEER de wacht niet houdt,
geen wachter, die de vijand keert,
geen stadsmuur die zijn aanval weert.
Voor dag en dauw reeds op te staan
en op te zijn tot ‘s avonds laat,
hard werken voor slechts weinig baat
en schamel brood, ‘t is niets dan waan.
Hij geeft het immers wie Hij mint,
als in de slaap, als aan een kind.
Wil van God
GKB Gezang 156
Heer, ik kom tot U,
Hoor naar mijn gebed.
Vergeef mijn zonden nu,
En reinig mijn hart.
Met uw liefde, Heer,
Kom mij tegemoet,
Nu ik mij tot U keer,
En maak alles goed.
Zie mij voor U staan,
Zondig en onrein.
O, Jezus raak mij aan,
Van U wil ik zijn.
Jezus op uw woord,
Vestig ik mijn hoop.
U leeft en U verhoort
Mijn bede tot U
Gebed voor de opening van het Woord
Prediker 1
1 Hier volgen de woorden van Prediker, zoon van David en koning in Jeruzalem.
Lucht en leegte 2 Lucht en leegte, zegt Prediker,
lucht en leegte, alles is leegte.
3 Welk voordeel heeft de mens van alles wat hij heeft verworven,
al zijn moeizaam gezwoeg onder de zon?
4 Generaties gaan, generaties komen,
maar de aarde blijft altijd bestaan.
5 De zon komt op, de zon gaat onder,
en altijd snelt ze naar de plaats waar ze weer op zal gaan.
6 De wind waait naar het zuiden,
dan draait hij naar het noorden.
Hij draait en waait en draait,
en al draaiend waait de wind weer terug.
7 Alle rivieren stromen naar de zee,
toch raakt de zee niet vol.
De rivieren keren om,
ze gaan weer naar de plaats van waar ze komen,
en beginnen weer opnieuw te stromen.
8 Alles is vermoeiend,
zozeer dat er geen woorden voor te vinden zijn.
De ogen van een mens kijken, en vinden geen rust,
zijn oren horen, en ze blijven horen.
9 Wat er was, zal er altijd weer zijn,
wat er is gedaan, zal altijd weer worden gedaan.
Er is niets nieuws onder de zon.
10 Wanneer men van iets zegt: ‘Kijk, iets nieuws,’
dan is het altijd iets dat er sinds lang vervlogen tijden is geweest.
11 De vroegere generaties zijn vergeten,
en ook de komende zullen weer worden vergeten.
Onderzoek naar wijsheid en dwaasheid
12 Ik, Prediker, was koning van Israël in Jeruzalem. 13 Ik heb met heel mijn hart elke vorm van wijsheid onderzocht, want ik wilde alles wat onder de hemel gebeurt doorgronden. Het is een trieste bezigheid. Een kwelling is het, die de mens door God wordt opgelegd. 14 Ik heb alles gezien wat onder de zon gebeurt, en vastgesteld dat het niet meer is dan lucht en najagen van wind. 15 Wat krom is kan niet recht worden gemaakt, en wat ontbreekt kan niet worden meegeteld. 16 Ik zei tegen mezelf: Ik heb meer en groter wijsheid verworven dan iedereen die voor mij in Jeruzalem heeft geregeerd. Ik heb veel wijsheid en kennis opgedaan. 17 Ik heb me er met hart en ziel voor ingespannen te ontdekken wat wijs is, en wat dwaas en onverstandig is. Maar ook dat, zo heb ik ingezien, is enkel najagen van wind. 18 Want wie veel wijsheid heeft, heeft veel verdriet. En wie kennis vermeerdert, vermeerdert smart.
Psalm 90:5, 6
Heer, onze daden en hun loze gronden
zijn voor uw aanschijn niets dan schuld en zonde.
Al wat wij heimlijk in ons hart omdragen
doorlicht uw heiligheid – en wij versagen,
want uw gerechte toorn verslindt de tijd,
zodat ons leven als een zucht verglijdt.
Zeventig, tachtig jaren mensenleven,
is dat, o Heer, om hoog van op te geven?
‘t Is moeite en verdriet. Och mocht het wezen
dat wij U kenden naar Gij zijt te vrezen.
Leer Gij ons zo te leven, dag voor dag,
dat in ons hart de wijsheid wonen mag
Tekst: Pred 1: 2 en 8a
2 Lucht en leegte, zegt Prediker, lucht en leegte, alles is leegte. Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam.
8 Alles is vermoeiend, zozeer dat er geen woorden voor te vinden zijn.
Verkondiging
Opwekking 575
Jezus alleen, ik bouw op Hem
Hij is mijn hoop, mijn lied, mijn kracht
Door stormen heen hoor ik zijn stem
dwars door het duister van de nacht
Zijn woord van liefde dat mij sust
verdrijft mijn angst; nu vind ik rust
Mijn vaste grond, mijn fundament
dankzij zijn liefde leef ik nu/trp
Jezus alleen werd mens als wij
klein als een kind, in kwetsbaarheid
Oneindig veel hield Hij van mij
leed om mijn ongerechtigheid
En door zijn offer werd ik vrij
Hij droeg mijn straf, Hij stierf voor mij
ontnam de dood zijn heerschappij
dankzij zijn sterven leef ik nu
Geen levensangst, geen stervensnood
dat is de kracht, waar ik in sta
Van eerste stap tot aan de dood
leidt Hij de weg waarop ik ga
Geen duivels plan of aards bestaan
kan mij ooit roven uit zijn hand
Als Hij verschijnt, roept Hij mijn naam
in die verwachting houd ik stand
In Hem alleen, in Hem alleen
Dank Gebed – voorbede
Collecte
GKB Gezang 160
Groot is uw trouw, o Heer,
Mijn God en Vader.
Er is geen schaduw van omkeer bij U.
Ben ik ontrouw, Gij blijft immer Dezelfde
Die Gij steeds waart,
Dat bewijst Gij ook nu.
Groot is uw trouw, o Heer,
Mijn God en Vader.
Er is geen schaduw van omkeer bij U.
Ben ik ontrouw, Gij blijft immer Dezelfde
Die Gij steeds waart,
Dat bewijst Gij ook nu.
Groot is uw trouw, o Heer,
Groot is uw trouw, o Heer,
Iedere morgen aan mij weer betoond.
Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven.
Groot is uw trouw, o Heer,
Aan mij betoond.
Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden,
En uw nabijheid, die sterkt en die leidt:
Kracht voor vandaag,
Blijde hoop voor de toekomst.
Gij geeft het leven tot in eeuwigheid.
Groot is uw trouw, o Heer,
Groot is uw trouw, o Heer,
Iedere morgen aan mij weer betoond.
Al wat ik nodig had, hebt Gij gegeven.
Groot is uw trouw, o Heer,
Groot is uw trouw, o Heer,
Groot is uw trouw, o Heer,
Aan mij betoond
Zegen