Er komen langzamerhand verhalen. Een Syrische mevrouw zit met tranen in haar ogen bij mij aan de keukentafel. Haar zoon kan een beetje Engels en met gebaren erbij, kan ik het verhaal zo’n beetje volgen. Ze heeft 9 kinderen, vijf dochters en 4 zonen. Ze hadden als familie 3 huizen, woonden bij elkaar. Haar man is in de oorlog omgekomen en nu zijn de jongens één voor één gevlucht. De één woont in Duitsland, twee wonen er in Nederland. Zij is nu gekomen met haar jongste zoon.
Voor haar jongste zoon gaan we naar de Skapino voor warme kleding. Ze vertelt: ze hadden ook een auto, een Volvo. Ik grap: dus je kunt rijden. Ik wil wel ruilen, mag jij achter ’t stuur.
We lachen ook samen. Want zoonlief heeft een krappe skinnyjeans op het oog. Niet echt wat wij als moeders uit zouden kiezen. Neem nu een maat groter, dan heb je wat op de groei. Maar nee, deze is goed en moet m worden. Beiden gebaren we: die jongelui van tegenwoordig…
12 Dagen verblijven ze alweer in Salem, het gebouw van de PKN Kantens – Stitswerd – Rottum.
12 Dagen van wachten, vooral veel slapen en veel indrukken opdoen van de omgeving, de cultuur.
12 Dagen met een groep in één ruimte slapen, een groep van verschillende culturen en talen.
12 Dagen bij anderen douchen en wassen.
12 Dagen afhankelijk zijn van al die vrijwilligers.
12 Dagen van onzekerheid: wanneer gaan we naar een ACZ, waar, wanneer krijgen we afspraken bij verschillende instanties die ons verder helpen in deze procedure van asielaanvraag.
12 Dagen… en we weten niet hoe het verder zal gaan. Want het COA in Ter Apel, hét aanmeldcentrum van Nederland is overbelast. Ze zijn amper bereikbaar.