Lezen Romeinen 5:12-21
Tekst Ezechiel 29:6-7
Vraagt u zich wel eens af, voor u naar de kerkdienst gaat, heb ik me wel voorbereid? Hebt u zich nu voorbereid, zodat we Gods Woord kunnen horen?
We zien vaak, dat de kerk in het ene geval de kerk helemaal vol zit (Hongarije met Kerst en Pasen bv), de andere keer zijn de banken maar halfvol, een volgende keer zit er bijna niemand in de kerk. Waarom is dat zo?
Een jong monnik vroeg dat in de woestijn aan een oudere, ervaren monnik. Waarom is het zo, dat er veel mensen naar de woestijn komen om de Here God te zoeken, maar na niet al te lange tijd weer terug gaan naar de stad? Dat is heel eenvoudig, was het antwoord. Gisteren zag mijn hond een haas. Hij rende er achter aan, de andere honden die het geblaf van mijn hond hoorden vlogen er ook achteraan. Maar na een tijdje stopten de meeste honden de achtervolging en gingen ze terug naar de stad. Een paar honden gingen nog even door, maar stopten er ook mee op den duur. Alleen mijn hond bleef doorzoeken. Begrijp je het nu jongen?
– Eerlijk gezegd nog niet, kwam het antwoord. – Ik zal het uitleggen. Mijn hond had het konijn echt gezien, de anderen honden zagen alleen mijn hond ergens achteraan rennen, maar hadden de haas niet gezien. Omdat mijn hond de haas echt had gezien zocht hij zo volhoudend wist hij, waar hij achteraan ging. De andere honden hadden deze ervaring niet.
Daarom is het dat veel mensen naar een feestelijke kerkdienst komen: Ik ga, want de anderen komen ook allemaal. Ze komen om de dominee te horen: het was goed, of het was niet goed. Het hangt vaak van de lengte van de preek af. Waarschijnlijk hoe korter hoe beter. Velen horen Gods Woord, en velen jammer genoeg niet. Want ze kijken alleen naar de anderen, misschien geïnteresseerd in wat roddels. Daarom de vraag, hoe maken we ons klaar voor de kerkdienst. Het dienen van God is de kern waarover de Heilige Schrift spreekt. Als de Here God tot ons spreekt, Als hij Zijn volk wakker schudt, als Zijn Woord vlees wordt = als Hij Zijn Zoon deze Wereld in stuurt, zodat we niet in deze moeilijke, bittere wereld hoeven te blijven. Het is goed, als we ons zo voorbereiden.
Het is goed om dat met de profeet Samuel te zeggen: “Spreek Here! Want Uw knecht luistert!” . Vaak komen we mooi gekleed naar de kerk, samen in een feestelijke stemming. Maar zijn we geestelijk hier ook? Of zijn we net bezig met de dagelijkse moeilijkheden. Misschien zijn we nu ook bezig met gisteren, of wat er morgen op ons wacht.
De gelovige kent altijd moeilijkheden en valt ook regelmatig. Netzo als in het tekstgedeelte dat we net gelezen hebben. Als de mensen op aardse dingen bouwt in plaats van om onze Hemelse Vader. Zoals Israel, Gods uitverkoren volk, in de periode voor de ballingschap hulp zocht bij Egypte. Mooi, zoals de Here God, Egypte voorstelt als een riet. We weten heel goed wat riet is: heel dun, en scherp. Als we onze hand er op leggen en steunen, zijn er 2 mogelijkheden: of het riet breekt onder het gewicht. Net zoals mensen, als we met onze geestelijke moeilijkheden bij hen komen. Of het riet doorsteekt onze hand net zoals mensen anderen achter hun rug om kunnen roddelen en pijn doen.
God zegt: vertrouw op mij, leun op mij, want ik ben een meetstok. Meetstok in die tijd had meer het formaat van een stevige staf. Het Hebreeuws voor meetstok is “AMAN”. Daaruit komt het later bekende woord Amen: het zal waar en zeker zijn. Leun op mij, zegt de Heer.
God heeft Jezus gestuurd, zodat wij niet alleen hoeven te zijn. Hij zegt: zoek geen vreemde goden. Jezus weet heel goed dat de mensen niet naar Hem zullen luisteren. Toch spreekt Hij tegen hen.
Als mens zoeken we altijd een uitweg, bescherming. Bijvoorbeeld in bijgeloof. Want die dingen zien we en ze beschermen ons. –denken we. Het kruisje, een Jezus aan het kruisje zoals in sommige auto’s, of een rood touwtje om de hand, of de wetenschap. Dat beschermt niet. De Here Jezus, onze God, die ons bevrijd van onze zonden en de gevolgen daarvan, Hij bevrijdt ons. Niet een kruisje, niet een Jezus aan een kruisje, niet de wetenschap. Velen hebben deze aan een kettinkje in de auto of om de hals om te beschermen. Dat is geen zonde, mag gerust. Maar als we daarop vertrouwen en niet op de levende God, dan hebben we echt een probleem. Dan zien we God, de Here Jezus en de Heilige Geest niet meer, maar de aardse hulpmiddelen wel.
De mens houdt er niet van om te luisteren, we denken dat dat erge gevolgen heeft. God zegt van niet. De grootste straf is als God ons laat doen wat we willen. In het hart van jongeren is vaak het verlangen om als ik eens 18 ben, dan, kan ik mijn ouders zeggen, dat ik volwassen ben, en kunnen ze niets meer van mijn leven zeggen, want ik weet alles.
Natuurlijk weet hij ook alles al. Maar op zijn 18e is er zoveel zelfvertrouwen, misschien ook omdat we dan officieel ook volwassen zijn. Er zijn er die geloven, dat we pas vanaf ongeveer 30 volwassen zijn. Daar zit veel waarheid in. Ik ben nog geen 30 en voel me nog niet zo wijs en verstandig.
De mens houdt niet van beperkingen. De kleine van een vriend van mij vraagt vaak aan haar vader ‘smorgens: papa, ga je niet ergens werken? Ga maar ergens aan het werk. Vader vraagt dan terug: Waarom moet ik gaan werken? Want als Vader thuis is, mag de kleine niet met de mobiele telefoon spelen. Zijn vrouw is aan het werk en ziet niet altijd wat de kleine doet. Papa ga nu werken, ik weet wel wat ik wil. Er is geen grotere straf, als de Here God ons laat doen wat we graag willen.
Waarover hebt U het Jezus (tegen de mensen?) We doen wat we willen, is er een grotere vrijheid? Dan zegt God: Dat is geen vrijheid. Als we ons niet van onze eigen wil kunnen bevrijden, dat is een grote slavernij. Maar de Zoon bevrijdt echt. Als we ons zelf opgeven en doen naar Zijn wil, dat is echte vrijheid.
De grote mensen in de bijbel waren niet zo als de mensen van tegenwoordig. In de 21e eeuw zijn de mensen zeker van zichzelf, weten ze altijd wat ze willen. Wij hebben geen hulp nodig, geen wegwijzers. Daartegenin waren de groten in de Bijbel heel vaak onzeker. Arme Abraham kreeg toen hij 75 jaar was een belofte. Er was geen reisdoel, maar waar ik heen ga, ga daar heen. Als ze hem gevraagd zouden hebben, waar hij heen gaat, zou hij geantwoord hebben: geen flauw idee. Ze zouden hem uitgelachen hebben. Maar God wist waar hij heen ging, want God had hem geroepen.
Jezus vraagt zich ook af waarom, zoals we lezen in Math 27:46 (aan het kruis). En wat vreemd is, het is niet alleen in het Nederlands geschreven, maar ook in het Hebreeuws en perfect in het Grieks vertaald. Jezus laatste vraag aan God is: Eli Eli Lámá Sabachtani. = Mijn God, Mijn God, waarom hebt U mij verlaten. (Grieks: De-e mu, De-e mu, inati me egkátelipesz). En hier laat Jezus Zijn perfectheid zien als God en als mens. Want deze vraag is geen vraag naar de reden: waarom. Maar een vraag naar het doel: Mijn God, Mijn God, wat is Uw plan, Uw doel hiermee.
Misschien kan je daarom niet echt gelukkig zijn, omdat je niet let op de belangrijkste dingen. Hou je je bezig met diegene die de waarheid heeft gebracht, de je echt kan veranderen, die je leven in orde brengt, die je echte hulp is in je eenzaamheid, die je genezen kan van je ziekten, die je hele leven wil en kan vernieuwen. Je kunt niets anders als Hem aannemen. Er is niemand die jou vraagt of je wilt dat de Verlosser in deze wereld komt, en op wat voor manier Hij hier moet zijn. Hij is gewoon gekomen. Hij wist dat Hij moest komen. Hij heeft niet gewacht, tot deze hele wereld in elkaar stortte, maar is gekomen. Misschien is juist op een moment dat je het niet verwacht. Maar voor jouw is Hij ook gekomen.
Kan je er blij mee zijn dat jou leven echt kan zijn door Hem. Waar zie je waarheid, in de wijsheid van mensen, of in het Woord van God.
Toen de Here Jezus hier op aarde liep zei hij: Als jullie niet zo worden als deze kleine kinderen, kan je Gods koninkrijk niet binnen gaan. (Matth 18:2b). Broeders en Zusters, hoe zit een klein kind in elkaar? We zijn ze allemaal wel tegen gekomen. We zijn allemaal klein geweest. Het maakt niet uit wat we tegen ze zeggen, ze geloven alles. Alles vinden ze interessant, ze vragen, onderzoeken, ontdekken. En net als een spons nemen ze alle informatie in zich op. Ontzettend nieuwsgierig om meer te leren. Maar het gaat niet alleen daarom. Maar als een babytje geboren wordt komt het naakt op deze wereld, heeft het helemaal niets. De mens is het enigste schepsel, dat zoveel verzorging nodig heeft. Als we naar andere dieren kijken bijvoorbeeld varkens, koeien, kippen of andere dieren, die kunnen vaak al naar een paar uren bewegen, lopen en zelfstandig zich voeden. Maar de mens niet, die is volledig van zijn ouders afhankelijk. Ook later kan een klein kind niet voor zichzelf zorgen. We zien vaak hoe een klein kind langs de weg wandelt aan de hand van een van zijn moeder, en hoe ze zich goed vasthoudt aan haar hand. Het gebeurt dat de kleine moeders hand even loslaat en zegt dat het wat gaat zoeken, ontdekken. Maar Moeder moet dichtblij blijven, want alleen dan voelt het zich in zekerheid. En het gebeurt dat de kleine valt, want het de kleine is nog zwak.Maar moeder neemt het op, klopt het stof af van het kleintje en ze gaan verder.
Zo moeten wij ook zijn. Zoals het vertrouwen van dit kind moeten wij volledig op God vertrouwen, ons vasthouden aan Zijn hand. En we zullen vallen, want we zijn nog zwak, maar de Here God pakt ons op, klopt het stof van ons af en helpt ons verder.
Aan het einde van de preek heb ik één vraag: Waarom werd de Australische inboorling zo dol? Want hij kreeg een nieuwe boomerang voor zijn verjaardag. En de oude wilde hij weggooien, ver weg maar hij kwam steeds weer terug. Dat kunnen wij ook. We kunnen Jezus ook weg doen, ver weg van ons zelf, en zeggen: we dat we het beter weten laat ons alleen. Toch komt Hij steeds weer terug. Hij houdt van ons, zoveel zelfs dat Hij Zijn eigen Zoon in deze wereld gestuurd heeft, zodat wij niet alleen verdwalen in deze wereld. Willen jullie ook, dat de Messias dichtbij is? Willen jullie net zo zijn als Hij? Neem zijn terechtwijzingen aan. Amen